TERMEN

Knopen en knoopsgaten

Knopen zijn zeer bepalend voor je kleding, het is handig om eerst je kledingstuk af te naaien en pas daarna de knopen te kopen. Zo kun je de knopen op het kledingstuk leggen en kijken welk type knoop het beste bij het kledingstuk past en welke aantal je nodig hebt.

Maak een knoopsgaten ongeveer 3 mm groter dan de doorsnee van de knoop, bij dikke of bolle knopen 5 mm extra.
Knoopsgaten kun je op verschillende manieren maken: met de hand, machinaal of met paspels.
Probeer het knoopsgat altijd eerst uit op een proeflap. Knip het proefknoopsgat open en kijk of de knoop er goed door kan; pas eventueel de lengte van het knoopsgat aan.

Machinaal knoopsgat
Kijk voor het instellen van de steekgrootte in de handleiding van je naaimachine, veel naaimachines kunnen automatisch een knoopsgat maken. Pas de instellingen van je naaimachine eventueel aan als je niet tevreden bent over het resultaat.

Geef de plaats van het knoopsgat aan op de kledingstuk. Bij meerder knoopsgaten altijd evenveel ruimte tussen de knoopsgaten onderling, Bepaal eerst het middelpunt van alle knoopsgaten, zet op dit punt een speld overdwars in de stof. Bepaal het beginpunt van het knoopsgat, dit is de halve lengte van het knoopsgat boven het middelpunt van het knoopsgat.

Rimpelen
Rimpelen wil zeggen dat een te wijd pand tot de gewenste wijdte gerimpeld wordt. Als het pand dat gerimpeld moet worden, erg breed is, dan de wijdte in meerdere delen rimpelen.


twee 6mm stiksels

aantrekken van twee bovendraden

  • Naai een stiksel met de grootste steek een voetje breed vanaf de stofkant.
  • Naai een tweede stiksel een voetje breed vanaf het eerste stiksel.
  • Deel de te rimpelen stof en de stof waaraan de rimpelstrook bevestigd gaat worden in gelijk aantal delen.
  • Meet hoe veel de rimpelstrook moet worden in gerimpeld.
  • Trek de bovenste twee draden aan, zo gaat de stof rimpelen.
  • Speld de stof overdwars aan elkaar, speld eerst de markeerpunten
  • Naai de stoffen aan elkaar vast
  • Na het stikken kun je de draden van het rimpelstiksel aan de goede kant verwijderen.

Voorbeeld: Rokdeel aan voor- en achterpand naaien. Voor en achterpand hebben totale lengte van 80 cm, deel deze in 4 stukken van 20cm (markeren met een speld overdwars). Het rokdeel is 160 cm en wordt verdeeld in 4 stukken van 40 cm. Het rokdeel wordt in gerimpeld tot een totale breedte van 80 cm. Speld de markeringspunten (de spelden overdwars) op elkaar en verdeel de rimpels , zo krijg je een exacte verdeling van de plooien.

Beleg
Een beleg is een patroondeel waarmee je randen kunt afwerking. Een beleg wordt geknipt in de vorm van de betreffende rand. Vaak is het op het patroonblad in het betreffende pand (b.v. voorpand) ingetekend en moet je het als apart patroondeel overnemen. Het beleg heeft meestal dezelfde draadrichting als het pand (zo niet dan wordt de draadrichting extra vermeld).
Een aangeknipt beleg wordt gebruikt bij de afwerking van rechte randen. Je hoeft het beleg dan niet meer extra vast te stikken. Het wordt bij de verwerking naar de verkeerde kant gevouwen.


Borduren met de naaimachine.
Borduren op de naaimachine is een mooie techniek om kleding te versieren.

Werkwijze:

  • Teken het motief van het patroonblad op scheurbare tussenvoering (stickvlies)of dun patroontekenpapier.
  • Speld (als je extra volume in je figuur wil, eerst de verdikkingsstof, werk deze eerst af)de tussenvoering op de binnenkant van de stof.
  • Naai de omtrek van het motief eerst aan de achterkant met een rechte steek stikken.
  • Keer het werk naar de goede kant en neem het motief met behulp van verschillende siersteken of met zigzagsteken in verschillende breedtes over.
  • Verwijder de scheurbare tussenvoering/patroontekenpapier.
Tip: Met een stukje fleece of volumevlies kun je de applicatie extra volume geven.


Applicaties met met de naaimachine.
Aplicaties met de naaimachine geven meer kleur aan je kleding.

Werkwijze een kleurige applicaties:

  • Teken het motief op plakvlieseline en strijk deze op de stof.
  • Knip het figuur uit en speld hem op de goede kant van de stof, op de gewenste plaats.
  • Naai met een rechte steek 2mm vanaf de kant het figuur op de stof.
  • Neem de omtrek en eventuele andere lijnen van het motief met behulp van verschillende siersteken of met zigzagsteken in verschillende breedtes over.